Het is zaterdag nog veel te vroeg als de wekker gaat maar als je de wekker zelf hebt gezet moet je dus ook opstaan. Logica waar geen speld tussen te krijgen is. Het is bedoeling dat ik veertig kilometer ga lopen, maar als ik nu niet gauw wakker word kom ik niet verder dan slaapwandelen.
Veertig kilometer, hoe verzinnen ze het. Na een heftige douche flikker ik gauw wat brood in mijn backpack en gesp een thermoskan koffie aan de zijkant. Zo, ontbijten kan in de trein wel. Het duurt immers twee uur voor dat ik aan zal komen in het über pittoreske Veenendaal-West.
En als mijn brood voortijdig opraakt kan ik altijd nog aan de energie repen, druivensuikers en stuiterdrankjes die er verder in mijn tas een plaats hebben gekregen. Ik schijn het niet nodig te hebben want er is mij vrijdagavond telefonisch verzekerd dat we voldoende restaurants aan zullen doen. Een blik op mijn weldoorvoede buik besluit dat het geen kwaad kan om zelf nog wat extra’s mee te sjouwen. Bovendien ben ik wel benieuwd naar de effecten van stuiterdrank met de opwindende naam Blue Bastard, niet te verwarren met de gelijknamige punk band uit Munchen waarvan ik helaas geen Cd’s in de kast heb staan maar die ongetwijfeld hoge ogen gaan gooien bij de uitreiking van de Duitse versie van de Zilveren Harp, Echo heet deze prijs, geloof ik.
Terug naar het lopen van vandaag. Na een voorspoedige reis kwam ik aan in Veenendaal – West. Er waren wel twee deelnemers. Pieter die tevens fungeerde als kaartlezer/organisator en ik. Welgemoed gaan we op pad dwars door de Utrechtse heuvelrug, al gauw vrolijk ouwehoerend over een weekend wildkamperen wat we willen gaan ondernemen, muziek, en al dat andere wat het leven zo bijzonder maakt. Af en toe graai ik achter in mijn rugzak naar wat brood of ander voedsel en zo stappen we rond ik een werkelijk prachtige omgeving rondom de Amerongse berg en het Egelmeer. Het is jammer dat het wat mistig is want de uitzichten moeten soms fenomenaal zijn met helder weer. We dwalen rond over stukken hei en later blijkt dat we passant een extra rondje hebben gelopen van zo’n vijf kilometer. Na zo’n 25 km aan één stuk te hebben gelopen wordt het tijd voor een goede pauze, normaal heb ik, als ik 25 km loop al zeker één en nog vaker twee keer gepauzeerd maar als je zo’n eind wilt lopen is het zaak om vooral niet te vaak te gaan pauzeren. Dus vandaar dat we een eerder tegengekomen restaurant links hebben laten liggen, letterlijk en figuurlijk. Om 15.40 nestelen we ons in luxe stoelen en na een frisse salade gaan we verder om 16.30.
We lopen nu richting Driebergen, het uitzicht is hier een stuk minder langs een rijksweg maar na een lang stuk buigen we af. Het begint al aardig te schemeren en als we even later in een modderige berm lopen wordt het tijd om de lamp te voorschijn te halen, de rode fietslamp achter op mijn backpack brand al een tijdje maar nu gespen we toch ook maar de hoofdlampen om. Gestaag ploeteren we verder als twee mijnwerkers. Het begint nu stevig te regenen en de laatste 7 km vallen me zwaar, hoewel ik het ook wel een uitdaging vind. Tegen 19.30 bereiken we het station van Driebergen – Zeist. Al met al hebben we in 9 uur en drie kwartier 40 km gelopen, als je daar nog zo’n 3 kwartier pauze vanaf trek hou je negen uur over. Niet slecht voor een amateur, sterker nog, eigenlijk ben ik wel trots op mezelf dat ik zo’n eind gelopen heb. In Utrecht gaan we nog wat eten in een Indiaas restaurant, als ik even naar de wc toe ga strompel ik als een gerimpelde hoogbejaarde zwangere vrouw maar het lukt me om niet om te vallen. Terug naar de trein gaat het me net zo af maar de volgende ochtend, terwijl ik dit stukje type, is de spierpijn al weer zo goed als verdwenen.
Gelukkig maar, want volgende week staat er weer 29 km op het programma.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten