Vandaag ben ik samen met Laura naar
Nikitov geweest, een akoestisch ensemble dat Jiddische liederen en Klezmer speelt, waarbij ritme en klank uit de Gypsy Jazz en de Oost-Europese volksmuziek duidelijk doorklinken.
De van oorsprong Nederlandse groep wordt in de Verenigde Staten beschouwd als "een van de beste moderne Jiddische volkszangensembles". Ze speelt in zalen in zowel Amerika als Europa. Vandaag speelde zij Nederland. Niet in een zaal als het Haarlems Concertgebouw waar dit gezelschap thuis zou horen, maar in het
Mosterdzaadje te Santpoort-Noord, een oud maar klein kerkgebouw aldaar. Het was vandaag te klein, de laatste bezoekers moesten met een schoenlepel naar binnen gewrongen worden.
Even denken we dat we beland zijn op de 100ste verjaardag van opa die zijn verjaardag viert in het plaatselijke clubgebouw. Laura en ik zijn, op de bandleden na, de enige twee personen zonder grijze haren en met eigen tanden. Dan schuift achter mij een jonge moeder aan met op schoot een kind van een jaar of drie. Het kind heeft nog geen grijze haren, wel schreeuwt het de hele kerk bij elkaar. Ik vind het prima dat je je kind cultureel op wilt voeden maar stuur een kind van drie lekker naar K3 of zo, i.p.v. naar een Jiddisch Concert. Het kind vind het niet leuk en begint te dreinen, de moeder raakt geïrriteerd en fluistert STIL NOU! waarop de hele zaal zich irriteert en de band zijn concentratie kwijt raakt.
Het is een mooi concert wat gegeven wordt, al verst a ik geen Hebreeuws. Gelukkig vertelt de zangeres waar de nummers over gaan. De meeste nummers gaan over drinken of over de liefde. Er zijn beroerdere dingen om je aan te zondigen. Er wordt veel bruiloftsmuziek gezongen en af en toe komt er een gevoelig nummer voorbij wat gaat over afscheid nemen of over het toeval.
Dona, dona
Dona, dona
Ojfn foerl ligt dos kelbl,
ligt geboendn mit a sjtrik,
hojch in himl
flit dos sjwelbl,
frejt zich,
drejt zich hin oen krik.
Lacht der wind in korn,
lacht oen lacht oen lacht,
lacht er op a tog a gantsn
mit a halber nacht.
Dona, dona, dona ...
Sjrajt dos kelbl,
zogt der pojer:
"Wer zje hejst
dich zajn a kalb?
Wolst gekert tsoe zajn a fojgl,
wolst gekert tsoe zajn a sjwalb.
Bidne kelber toet men bindn
oen men sjlept zej
oen men sjecht,
wer's hot fligl, flit arojftsoe,
iz baj kejnem nisjt kejn knecht.
Dona, dona, dona ...
En de vertaling is als volgt:
Op de wagen ligt het kalfje,
ligt gebonden met een strik,
hoog in de hemel
vliegt de zwaluw,
verheugt zich,
draait links en rechts.
De wind lacht in het koren,
lacht en lacht en lacht,
hij lacht een hele dag
en een halve nacht.
Dona, dona, dona ...
Het kalfje schreeuwt,
de boer zegt:
"Wie heeft je dan opgedragen
om een kalfje te zijn?
Je had een vogel kunnen zijn,
je had een zwaluw kunnen zijn.
Arme kalfjes bindt men vast
ze worden meegevoerd
en geslacht,
wie vleugels heeft, vliegt weg,
is niemands knecht.
Dona, dona, dona ...